Morgen zijn de verkiezingen. En nog nooit in mijn leven heb ik de verkiezingen zo spannend gevonden. En niet alleen de verkiezingen ook de wereld en de transformatie waarin deze zich bevindt, houdt mij bezig: in gesprekken met mensen om mij heen, maar ook innerlijk – ik droom er zelfs over. De buitenwereld dringt zich naar binnen.
Het duurde even voordat ik ontdekt had waar precies om ging. Totdat ik besefte dat ik de afgelopen tijd eigenlijk van een droom beroofd ben. Een droom dat de moderne mens in staat zou zijn een nieuwe mensheid neer te zetten. Een mensheid met mededogen, met liefde voor de ander. Een mensheid waarin iedereen gezien en erkend wordt. Een mensheid waarin voor iedereen op deze aarde een plek is, een plek om te leven en te zijn.
Natuurlijk zag ik dat de wereld daar voortdurend in faalde maar ik had ergens het geloof dat we daar als mensheid wel naar op weg waren en dat – wie weet ooit, over vele generaties – de mensheid erin zou slagen in vrede en liefde te leven. Nu weet ik niet waar de wereld naar op weg is. Ik hoor geen toekomstvisioenen, ik zie geen visionaire leiders. Ik hoor en proef vooral angst.
De wereld lijkt te worden overgenomen door leiders die vanuit angst regeren, angst voor verlies aan macht, angst voor het vreemde, angst voor het onbekende. Of zij regeren uit pijn van miskenning of frustratie dat hen niet toekomt waar zij recht op hebben. Zij sluiten uit, bouwen muren, liegen, verzinnen een waarheid. Maar de leiders staan niet op zichzelf. Zij komen voort uit een samenleving waarin blijkbaar voedingsbodem is voor deze levenshouding. Een houding waarin we vooral naar ons zelf kijken en bang zijn voor wat we eventueel zouden kunnen verliezen.
De hedendaagse leiders slagen erin steeds meer mensen naar zich toe te trekken die dit gevoel herkennen en zich veilig voelen bij hen omdat ze erkend worden in hun angst. Hoe is het mogelijk vraag ik me af dat zoveel mensen zich miskend voelen, zich niet gezien voelen, zich geen raad weten met de wereld?
Of is het inherent aan het menselijk zijn? Sinds mensenheugenis trekt de mensenkaravaan over de aarde en strijkt neer waar leven te vinden is, waar overlevingskansen zijn, waar kinderen in vertrouwen en met toekomstperspectief groot kunnen worden. De mensenkaravaan komt soms op plaatsen aan waar strijd ontstaat, waar het vreemde niet wordt omarmd. En er ontstaat een zoektocht naar het samen laten gaan van nieuwe culturen, soms slaagt de mensheid erin, soms niet. En toch trekt de karavaan altijd weer verder. Voortgedreven uit een verlangen naar een beter leven.
Maar als het verlangen naar een betere wereld zo eigen is aan de mens dat hij er voortdurend naar op zoek gaat, is het dan toch niet mogelijk om als mensheid zo samen te leven dat iedereen in vrede, liefde en vertrouwen kan leven?
‘I have a dream’ , zei Martin Luther King ooit. En Martin Luther King liet zien dat dromen niet alleen dromen zijn maar ook werkelijkheid kunnen worden. Als alle kleine stemmen zich maar verenigen. Alles begint bij iedere kleine stem. Het zijn de kleine stemmen van alle mensen samen die de wereld vormen, ons land besturen.
Het is die kleine stem die ik – hoezeer deze stem misschien door anderen als een illusie of misschien zelfs als een utopie wordt weggewuifd– wil blijven koesteren. Want ik geloof er in dat ieder mens ongeacht afkomst, religie, opleiding, geslacht, politieke voorkeur of welke identiteit dan ook deze kleine stem met zich meedraagt, deze kleine stem van verlangen naar liefde, vertrouwen en vrede.
Ik droom vandaag, morgen, overmorgen en de dagen die zullen komen dan ook mijn droom van liefde, vrede en vertrouwen. In de hoop dat op een dag de mensheid in staat zal zijn ook daadwerkelijk in vrede en liefde te leven. Tot in alle uithoeken van de wereld.